Zr. Faustina en vagevuur
In het dagboek van Zr. Faustina beschrijft ze hoe haar Engelbewaarder haar meeneemt naar het vagevuur:
“In die tijd vroeg ik de Heer, voor wie ik nog meer moest bidden. Jezus zei dat Hij me de volgende avond zou laten weten voor wie ik moest bidden.
De volgende avond zag ik mijn beschermengel die mij bevel gaf hem te volgen. In één ogenblik, bevond ik me in een mistig plaats vol vuur waarin zich een grote menigte lijdende zielen bevond. Ze baden vurig voor zichzelf, maar zonder resultaat. Alleen wij kunnen hen te hulp komen. De vlammen die hen brandden, raakten mij helemaal niet aan.
Mijn beschermengel liet me geen moment alleen. Ik vroeg deze zielen wat hun grootste lijden was. Ze antwoordden mij eenstemmig dat hun grootste kwelling het verlangen naar God was. Ik zag Onze Lieve Vrouw de zielen in het vagevuur bezoeken. De zielen noemen haar de Ster van de Zee. Ze brengt hen verkwikking. Ik wilde nog langer met hen spreken maar mijn beschermengel wenkte me om weg te gaan. Sinds die tijd leef ik in inniger gemeenschap met de lijdende zielen.