Het doorboorde Hart (3)
De derde doorboring betreft het Heilig Hart van Jezus.
Alleen de apostel Johannes vermeldt dit, omdat hij getuige was van de schending van het reeds ontzielde lichaam.
“Toen ze bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds gestorven was, braken zij Hem de benen niet, maar een van de soldaten doorstak met een lans Zijn zijde, en terstond vloeiden er bloed en water uit”. Johannes 19,34
De doornen waren diep in het hoofd van de Heer gedrongen, de nagels hadden de ledematen van handen en voeten zelfs geheel doorboord. De speer echter verdwijnt nog dieper, niet in de ledematen, maar in het eigenlijke lichaam zelf en baant zich de weg tot de verborgen bron van bloed en water, het Hart van de Heer!
Evenmin als de doornenkroning behoorde de lijkschennis tot het ritueel van de terechtstelling van ter dood veroordeelden. Maar Johannes schijnt er een verborgen geheim in ontdekt te hebben, want hij onderstreept het feit, dat hij het zelf gezien heeft, dat God zijn getuige is, en haalt er nog twee voorspellingen uit het Oude Testament bij, die volgens hem hier in vervulling zijn gegaan.
Misschien zien wij met Gods genade in de drievoudige doorboring ook iets bijzonders…