Als St. Gabriel verschijnt…
St. Gabriel laat altijd een diepe indruk achter als hij verschijnt.
Al in het Oude Testament verscheen hij aan de profeet Daniel: “Daarop kwam hij naar mij toe. Maar terwijl hij naderde, werd ik door zo’n vrees aangegrepen, dat ik ter aarde viel. Terwijl hij met mij sprak, lag ik bewusteloos op de grond. Hij raakte mij aan en richtte mij weer op”.
(Dan 8, 17-18).
Toen hij in de tempel aan Zacharias verscheen, was deze bang, “en werd door vrees bevangen. Maar de Engel sprak tot hem: ‘Vrees niet Zacharias”. (Lucas 1:12) Ook over zijn verschijning voor Maria schrijft de heilige Lucas: ” Zij schrok van dat woord en vroeg zich af, wat die groet toch wel kon betekenen”. (Lc 1:29).
Maar elk van de verschijningen was een grote uitdaging voor degenen die St. Gabriel zagen. Dit bevestigt in zekere zin zijn naam, want “Gabriel” betekent “Kracht van God”. Wanneer St. Gabriel de mens nadert, komt hij in contact met de kracht van God.
Zoals Jezus “arm werd om ons rijk te maken door zijn armoede” (2Kor 8,10), zo werd Hij zwak om ons sterk te maken door zijn zwakheid: door de zwakheid van zijn menselijke natuur en door zijn extreme machteloosheid, die Hij leed aan het kruis. In deze machteloosheid overwon hij. We krijgen deze kracht van God als we zwak zijn. St. Paulus schrijft: ” Dus zal ik het liefst van alles roemen op mijn zwakheden. Dan zal de kracht van Christus in mij wonen. Daarom lijd ik om Christus’ wil gaarne zwakheid, ….. Want als ik zwak ben, dan ben ik sterk“. (2 Kor 12, 10-11).
Misschien is dit de reden waarom Sint Gabriël, in zijn verschijningen, in de eerste plaats duidelijk aan de mens diens extreme zwakheid laat zien. De natuur van de Engel is hoger dan de menselijke natuur, daarom ervaart de mens in de aanwezigheid van de Engel zijn beperking en zwakte. Maar dan kan de kracht van God beginnen te werken. Jezus zelf leert ons dit door de apostelen een hele nacht zonder succes te laten vissen. Toen Hij ’s morgens naar hen toe kwam en hen de opdracht gaf “Vaar nu naar het diepe”, liepen hun netten over (Lucas 5:1-11). De almacht van God begint te werken nadat de mens zijn eigen machteloosheid heeft ervaren.
Als we lijden, en misschien zelfs meer dan we kunnen verdragen, en al onze inspanningen tevergeefs zijn geweest, dan is dat niet het teken dat het uur van de wanhoop is aangebroken voor ons om onszelf op te geven. Het is eerder het uur van de hoop en het vertrouwen waarin we gevraagd worden om alles als een kind in de handen van God te leggen. Misschien heeft Hij al dit leed en deze mislukking alleen maar nodig gehad om Zijn kracht en macht te onthullen, die beginnen te werken vanuit de onmacht van het kruis.
Want toen God op het punt stond het grootste van Zijn werken te volbrengen, steunde Hij niet op Zijn sterke arm om er al het kwade mee te onderdrukken, maar Hij liet deze sterke arm door zwakke en boze mensen kruisigen. En deze gekruisigde armen hebben de wereld gered, en het lot van de wereld hangt er nog steeds aan vast, want “de zwakheid van God is sterker dan de mens” (1Kor 1:26). De kracht van God is zo groot, dat Hij zelf, in Zijn uiterste onmacht alles doet wat Hij wil en op het uur dat Hij wil.
Gebed:
Vader, tot u moge opstijgen,
de schreeuw van de armen en treurenden
en Uw Engel moge tot hen afdalen
om hen te sterken
met de boodschap van verlossing.
Vader, tot u moge opstijgen
ons gebed als wierook,
en uw Engel moge tot ons afdalen
met de zo vurig verlangde hulp.
Vader, tot u stijgen omhoog
onze smarten en offers,
en uw Engel moge tot ons afdalen
om ons de genade te brengen waarop we hopen.
Vader, tot u stijge omhoog
de milde geur van het offer van Christus,
en Uw Engel moge tot ons afdalen,
om diegenen, die ernaar verlangen,
de vruchten van dit offer te brengen
en de gave van vrede.