Met volharding aanroepen
Paus Pius XII wijst ons hier dus op:
1. de grote hulp die de Engelen ons bieden bij de groei in de heiligheid,
2. het belang van het verscherpen van ons innerlijk zintuig voor de wereld van het onzichtbare,
3. de vanzelfsprekendheid van een vertrouwelijke omgang met de Engelbewaarder,
4. het blijde perspectief, onze Engel ook in de eeuwigheid bij ons te hebben,
5. en op de noodzaak, onze Engel al in deze wereld te leren kennen.
De zo nadrukkelijke woorden van Pius XII over de Engelen, gesproken aan het einde van zijn roemrijk pontificaat, zou men achteraf als profetisch en providentieel kunnen duiden.
Amper vier jaar na zijn dood zal het Tweede Vaticaanse Concilie beginnen (1962-1965), gevolgd door een periode van verwarring, crisis en zelfs geloofsafval, die Paus Paulus VI in 1972 het woord zou ingeven van
“de rook van Satan die in de Tempel Gods is binnengedrongen”.