God die Kind werd (3)
Het geschenk: altijd aanwezig, altijd nieuw!
Wat de herders en de Wijzen op het eerste kerstfeest ontvingen – een onmiddellijke en intieme deelname aan het volmaakte geschenk van Gods genade in Christus – viert de Kerk vandaag in de kerstliturgie. Wij gedenken niet alleen het feit dat God 2000 jaar geleden mens werd, maar de Vader biedt ons vandaag in Zijn eniggeboren Zoon, geboren uit de Maagd Maria, dezelfde liefde en hetzelfde aandeel in het Goddelijke leven en de redding die aanwezig waren toen het Woord voor het eerst vlees werd; Jezus Christus is gisteren, vandaag en voor altijd dezelfde!
De herders en de Wijzen zijn niet in het voordeel ten opzichte van ons, maar het voordeel is juist het onze, omdat wij zo’n groot aantal getuigen hebben van de waarheid van geluk en verlossing in Christus! De keuze is ook aan ons om persoonlijk een keuze te maken die tijd en eeuwigheid voor ons zal bepalen. In de praktijk is het niet maken van een vaste keuze en verbintenis eigenlijk gewoon een keuze voor de wereld.
Wanneer wij voor God kiezen, komt Hij meer dan halverwege, sterker nog, wij zouden de keuze niet eens kunnen maken zonder Zijn licht en genade. Hij maakt het ons gemakkelijk. Hij wordt een kind, zodat wij zonen van God kunnen worden en als het ware delen in Zijn eeuwig kindschap.
Het kerstfeest is daarom niet alleen het feest van God die mens is geworden, maar ook het feest van de mensenkinderen die kinderen van God zijn geworden. “De liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft, om ons het leven te brengen”. (1 Joh 4,9).
Wat het christendom onderscheidt van elke andere godsdienst en ideologie in de wereld is zijn bovennatuurlijke visie op God en op onze bovennatuurlijke roeping om door Jezus Christus te delen in zijn heiligheid.
De liturgische viering van de Mis brengt ons in direct en onmiddellijk contact met God; wanneer wij liturgisch de H. Mis van Kerstmis vieren, nemen wij werkelijk deel aan het mysterie van de Menswording van de Zoon van God, en worden zo deelnemers aan het wezen van God zelf (vgl. 2 Pet 1,4).