Raadgever

Voor zijn reis laat Tobias zich vergezellen door Rafaël, die de jonge Tobias van jeugd tot volwassenheid bezielt en aanmoedigt. In die zin is de Aartsengel Rafaël degene die iedereen leidt op zijn eigen weg, de enige persoonlijke weg, de weg waarop de mens werkelijk, in vrijheid, zijn leven met God vormgeeft.

Wanneer Tobias zijn vader en moeder verlaat, is hij nog maar een adolescent. Als hij terugkeert, heeft hij een vrouw genomen en gezag gekregen. Zijn reis heeft zijn wezen onthuld, dat door deze engelenopenbaring is vergroot. Zijn naam, gekregen van zijn vader, is de zijne geworden. Hij heeft het verdiend.

Hij is bij uitstek de beschermengel van de jeugd, van hen die de wereld en haar gevaren tegemoet treden. Kinderen, en de roeping van de kindertijd, de bescherming van de adolescentie staan onder zijn hoede. Rafaël is die innerlijke stem die ons troost en ons vertelt dat God ons nooit alleen laat in beproeving.