Onder het Kruis
Bij de veroordeling doofde elke laatste hoop op vrijspraak, en zij moest de Vader haar “ja” geven. Zij zag haar Zoon geslagen en gemarteld worden met gesels en doornen, maar juist deze mensen was zij geroepen om in haar hart te sluiten en te vergeven – zonder aarzeling. Zij bad voor hen en zocht hun verlossing.
En hoe dankbaar was zij Veronica op de kruisweg dat zij een doek aanbood waarmee Jezus Zijn aangezicht kon reinigen; toch voelde zij zeker de steek in haar hart, doordat zij zelfs deze kleine dienst voor haar lijdende Zoon niet zelf kon doen. Anderen konden tot Hem naderen en Hem helpen, zoals Simon en Veronica, maar zij kon alleen haar hulpeloosheid en zelfverloochening aanbieden.
Uiteindelijk, onder het kruis, terwijl zij haar Zoon in zijn laatste doodsstrijd gadesloeg, liet Hij haar de Kerk na: “Vrouw, ziedaar uw zoon” (Joh 19,26).
Hoewel zij Johannes liefhad en in hem alle apostelen van Christus, desalniettemin, wat voor eenzaamheid moet zij hebben gevoeld: in plaats van de Meester ontving zij de leerling, in plaats van de Heer ontving zij de dienaar.
Maar met kinderlijk vertrouwen en sterk in de liefde tot God nam zij alles uit liefde aan. Verhuld voor de ogen van de mensen doorliep Maria de grote weg van eerherstel. Wij moeten haar volgen op de kleine weg, met onze dagelijkse beproevingen en moeilijkheden, en die met geloof en trouw opofferen aan de Heer.