Zr. Faustina en de H. Engelen (4)
Deze verschillende vormen van verschijningen van Engelen confronteren mensen met het ernstige probleem van het onderscheiden van geesten, waarbij ze zich afvragen wie deze persoon is die voor me staat. In het geval van de Engelen: Is het een goede of een gevallen engel? Hoe kunnen we de openbaringen van deze onzichtbare wereld naar ons in de zichtbare wereld onderscheiden? Hier kunnen we ook belangrijke aanwijzingen vinden in het dagboek van de heilige Faustina.
Wat zij op een bijzondere manier onderstreept zijn de effecten die zij in de mensen teweegbrengen, de “vruchten” volgens welke men de geesten moet onderzoeken en onderscheiden.
- Over de Engel van grote schoonheid die onze heilige zag, zei zij: “Zijn schoonheid komt voort uit de nauwe verbondenheid met God”.
- Over de Serafijn zei ze: “De Seraf was omgeven door een groot licht, de Goddelijkheid en liefde van God werden in hem weerspiegeld”. Zijn nabijheid tot God veroorzaakte geen angst maar vertrouwen en vrede.
- En over de Cherubijnen bij de poort van het Klooster zegt ze: “Ik zag een kleine witte wolk en daarin een Cherubijn met zijn handen ineen. Zijn blik was als de bliksem en ik begreep hoe het vuur van Gods liefde in die blik brandde”.
In relatie tot degenen die ze dienen, gedragen de Engelbewaarders zich als goede instrumenten van de Heilige Geest, troostend, verlichtend, bemoedigend en beschermend. “Volmaakte liefde drijft vrees uit” (1Joh 4,18; vgl. Gal 5,22-23).
Daarom vermaande Jezus de leerlingen voortdurend: “Vrees niet” (Mt 14,27), en dat deed bijvoorbeeld ook “de Engel van de Heer” die aan de heilige Jozef verscheen: “Vrees niet …” (Mt 1,20; vgl. Dan 10,12 …).
Deze bemoediging is ook te vinden op de lippen van de Engelbewaarder van de heilige Faustina en zeker ook op de lippen van de Engelbewaarder van ieder mens, als zij trouwe volgelingen zijn van de Zoon van God: “Vrees niet, bruid van mijn Heer”.