Aan het begin van de twee reizen van Tobias en Rafaël wordt de hond in het boek tweemaal genoemd: “De jongeman vertrok met de Engel, en ook de hond volgde hen en ging met hen mee” (Tb 6,1); “De hond, die hem en Tobias had vergezeld, volgde hen” (Tb 11,4). Voor het eerst wordt de hond voorgesteld als een vriend en metgezel, in tegenstelling tot […]