Bijbels voorbeeld van de Engelbewaarder
De tussenkomsten van Rafaël in het boek Tobias tonen hem aan ons als de meest complete figuur van de Engelbewaarder. Rafaël is degene die zich verlaagt tot de duisternis van de mensen. Zijn vrome hulp in het boek Tobias wijdt hem definitief in als het model van de Engelbewaarder.
Het is door dit sublieme voorbeeld dat ieder van ons de talrijke voordelen kan begrijpen, de buitengewone beschermingen die hij vaak buiten zijn medeweten, gedurende zijn aardse reis, zowel in de gevaren van de ziel als in die van het lichaam, heeft ontvangen.
De roemrijke Rafaël, schrijft de heilige Luigi Gonzaga, zowel vanwege de naam die hij draagt als vanwege de diensten die hij verleende aan de oude en jonge Tobias, “is het voorbeeld en de perfecte weergave van alles wat de Engelbewaarders voor ons doen”.
Franciscus van Sales zegt dat “onze goede Engelen Engelbewaarders worden genoemd omdat zij zijn aangesteld om ons bij te staan met hun ingevingen, om onze fouten te corrigeren, om ons te verdedigen in gevaren, om ons aan te moedigen in deugden, om onze gebeden te brengen voor de troon van goddelijke barmhartigheid, om ons antwoorden uit de hemel te brengen”.
Wij zijn zo geliefd door God, dat wij altijd Engelen aan onze zijde hebben die geïnteresseerd zijn in al onze noden, gevoelig zijn voor al onze behoeften, klaar staan om ons elk uur en elk moment bij te staan; altijd oplettende en onvermoeibare beschermers, wachters die altijd alert zijn, altijd om ons heen waken, dag en nacht, zonder een moment op te houden zich zorgen te maken over ons heil.
De Engelbewaarder wil ons liever verder helpen om de eeuwige zaligheid te bereiken, dan in tijdelijke dingen. Hij laat de aan hem toevertrouwde mens nooit in de steek, en hoewel de mens beproevingen kan ondergaan en in zonden kan vervallen, betekent dit niet dat de Engel hem in de steek laat, maar omdat de opdracht van de Engelbewaarder, volgens St. Thomas van Aquino, in overeenstemming moet zijn met het universele plan van de Goddelijke voorzienigheid, die niet van plan is hem te onttrekken aan de pijnen van onze wereld of de zonde te vermijden.
Volgens Sint-Bernardus moeten wij de Heer dankbaar zijn omdat de hemelse geesten ons beschermen, instrueren en leiden; laten wij daarom de Engelen van God liefhebben, want zij zullen onze mede-erfgenamen in de hemel zijn zoals zij onze beschermers en gidsen op deze aarde zijn: “Hij zal zijn Engelen opdracht geven u op al uw wegen te beschermen” (Psalm 90, 11). Hoeveel eerbied moeten deze woorden u inboezemen, hoeveel devotie moeten zij u brengen, hoeveel vertrouwen moeten zij u inboezemen! Eerbied voor de aanwezigheid, toewijding voor de vriendelijkheid, vertrouwen voor de zorg. Ze zijn dus aanwezig, en ze zijn aanwezig voor jou, niet alleen met jou, maar ook voor jou. Ze zijn aanwezig om je te beschermen, ze zijn aanwezig om je te dienen”.