De reis
“Haalt gij dan, o zoon, een betrouwbaar man om met u mee te reizen… Tobias ging op zoek naar iemand die vertrouwd was met de weg, en die hem naar Medië zou vergezellen” (Tb 5,3).
- In het boek Tobit worden vijf reizen aangegeven: de eerste (Tb 1,2), toen Tobit, van de stam Naftali, gedeporteerd leefde in het bovenste deel van Galilea, in Thisbe, alvorens in Nineve aan te komen.
- De tweede reis (6,10-9) is de reis die Tobias met de heilige Rafaël maakt van Nineve naar Ecbàtana, waar Sarah, Tobias’ toekomstige vrouw, zich bevindt.
- De derde reis (9,1-6) is de reis die Rafaël alleen maakt om het geld op te halen dat Tobit bij zijn familielid, Gàbael, had achtergelaten.
- De vierde reis (10,8 e.v.) is de terugkeer van Tobias en zijn vrouw Sarah naar het huis van hun vader Tobit.
- De vijfde reis (14,4) is wat Tobias zal bereiken door terug te keren naar Medië, aangezien Nineve verwoest zal worden.
In de Schrift wijst de metafoor van de reis en van het lopen juist op het menselijk bestaan in zijn reis die naar de dood leidt, of liever, tot het eeuwige leven. De reis laat Tobias groeien en volwassen worden. Van een kind wordt hij een man. Tobias’ reis is dus zonder enige twijfel symbolisch voor zijn groei en overgang naar het volwassen leven.
Tobias moet, zoals het ieder van ons overkomt, vertrekken, zich losmaken van zijn familie, zich storten in het gevaarlijke en riskante avontuur van het leven. Er is altijd een doel, op onze reizen, en hier is het het zeer materiële doel om het geld terug te krijgen dat zijn vader nodig zal hebben voor zijn oude dag.
Maar voor hen die geloven, is er buiten ons doel altijd een andere bestemming, die ons niet altijd geheel duidelijk is… Zo is het voor ieder van ons: het leven is enerzijds een reis naar het onbekende, anderzijds een reis naar een bestemming die alleen ontdekt kan worden door te aanvaarden door God geleid te worden. Tobias’ reis is een onderdompeling in de moeilijke en spannende weg van het geloof’.