Maria, geducht als een leger in slagorde (4)
Zonder het feit dat Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God, bron is van alle genade en verlossing te ontkennen of te verminderen, wijst de Heilige Schrift duidelijk op de centrale positie die Jezus aan zijn moeder heeft gegeven in de grote strijd voor het heil van de zielen. De vijandschap tussen de Vrouw en de slang begon niet in de Hof van Eden. Er zijn aanwijzingen dat de vijandschap teruggaat tot het begin der tijden. Het visioen van Johannes dat in het 12e hoofdstuk van de Apocalyps is opgenomen, spreekt over twee tegengestelde tekenen die in de hemel verschenen.
Het eerste is het teken van de Vrouw. De tweede, die door de eerste lijkt te zijn uitgelokt, is het teken van de draak, die een derde van de sterren met zijn staart van de hemel veegt.
Deze passage is door sommige theologen opgevat als een openbaring van de beproeving van de engelen aan het begin van de tijd. Het feit dat er een gevecht uitbreekt tussen de volgelingen van de draak en de heilige Michaƫl en zijn Engelen, wat tot gevolg heeft dat de opstandige engelen uit de hemel geworpen worden, geeft duidelijk aan dat deze passage de oorspronkelijke beproeving behandelt, die nooit werd herhaald.
Het eerste teken dat in de hemel verschijnt, toont Gods plan om de hele schepping tot haar volmaakte zaligheid van glorie te brengen door middel van het mensgeworden Woord van God.
Als antwoord op deze openbaring moesten de Engelen het mysterie van de Menswording aanvaarden en alle gevolgen die wezenlijk verbonden zijn met het mens worden van God. Een van de belangrijkste gevolgen van de Menswording is het goddelijk moederschap van Maria.
Dit betekent dat Jezus Christus niet alleen in waardigheid zou worden verheven boven alle engelenkoren, maar dat ook zijn Moeder koningin van de hemel en de aarde zou zijn.