“Een man in linnen gekleed” (1)
In het Bijbelboek van de Profeet Daniel, staat een schitterende beschrijving van een fysieke verschijning van een Engel:
Op de vierentwintigste dag van de eerste maand bevond ik mij aan de oever van de grote rivier, de Tigris. Toen ik mijn ogen opsloeg zag ik een man staan, in linnen gekleed en met een gordel van het fijnste goud om de lenden. Zijn lichaam leek op topaas en zijn gelaat lichtte als de bliksem; zijn ogen waren vurige fakkels, zijn armen en benen glansden als gepolijst brons en zijn stem was zo luid als het geschreeuw van een menigte. Alleen ik, Daniël, zag die verschijning; de mannen die bij me waren zagen ze niet, maar wel overviel hen een hevige angst; ze namen de vlucht en verborgen zich.
Dan 10,1-7
Wij weten dat Engelen zuivere geesten zijn, maar hoe moet een Engel een boodschap van God aan de mens overbrengen, zonder zichzelf voor de mens waarneembaar te maken? Alle waarnemingen van de mens beginnen door zijn zintuigen!
De Engelen moeten dus met de mens communiceren op een bepaalde tastbare of waarneembare manier.
De mens moet beseffen, als een Engel verschijnt, dat het een hemels schepsel is, een persoon die hoger en volmaakter is dan hij, iemand die machtiger is, die meer gezag heeft en niet zomaar een andere mens.
De Engelverschijningen in de Bijbel zijn dan meestal ook zeer imponerend, en het eerste wat de Engel moet zeggen is: “Vrees niet!”