Wat de Serafijnen ons leren
Laten we beginnen met de profeet Jesaja. In hoofdstuk 6 heeft Jesaja een ongelooflijk visioen van Serafijnen die God aanbidden in de hemelse tempel. De tekst luidt:
In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoge en verheven troon. De sleep van zijn mantel vulde heel de tempel. Serafs stonden boven Hem opgesteld, elk met zes vleugels: twee om het gelaat te bedekken, twee om de voeten te bedekken, twee om te vliegen. Zij riepen elkaar toe: `Heilig, heilig, heilig is Jahwe van de machten; heel de aarde is vol van zijn heerlijkheid.‘ Jes 6,1-3
Voordat we ons verdiepen in wat de tekst ons over de Tempel onthult, willen we onderzoeken wat de Serafijnen ons kunnen leren over de juiste houding ten opzichte van God.
Het eerste wat we van de Serafijnen kunnen leren is eerbied.
Het feit dat de Serafijnen twee van hun vleugels hadden die hun gezicht bedekten, betekent dat het, ook al zijn ze in de aanwezigheid van God, toch nodig is om hun ogen te beschermen terwijl ze de Heer aanschouwen.
De symboliek hiervan is bedoeld om ons te leren, dat als de machtige Serafijnen zo’n immense eerbied voor God hebben, moeten we dan ook niet een eerbiedige houding aanleren voor onze Mensgeworden Heer Jezus?
Ja, het is waar dat Hij onze Broeder en onze vriend is. We moeten ons op ons gemak voelen in onze wederzijdse, liefdevolle relatie met Hem, maar we mogen nooit vergeten dat Hij God is! En als God zouden we de grootste eerbied voor Hem moeten hebben.
Ten tweede, zij bedekken hun voeten met een ander stel vleugels: dit zegt ons iets over nederigheid.
Onze voeten hebben altijd contact met de grond. Daarom worden ze vies. Het is symbolische beeldspraak over onze behoefte aan zuivering. De voetwassing in het Evangelie is een toespeling op onze behoefte om gereinigd te worden van de zonde. Als de Serafijnen, die zondeloos zijn, hun voeten bedekken voor de Heer, hoeveel nederiger moeten wij zijn in het herkennen van onszelf als zondaars voor onze Heer en Heiland!