De drievoudige schepping verenigd in Jezus (3)
Nu Christus de vijandschap heeft weggenomen, heeft hij ook een ware vriendschap tussen mensen en Engelen tot stand gebracht.
Zoals de filosoof Aristoteles ooit leerde, hangt echte vriendschap af van een zekere mate van gelijkheid tussen personen. De Engelen zijn van nature superieur aan de mens. Toch hebben de trouwe Engelen ernaar verlangd om hun Heer en God te volgen, “die zichzelf heeft ontledigd en de gedaante van een slaaf heeft aangenomen” (Fil 2,7).
Christus ontledigde van Zichzelf en ontdeed zich in zekere zin van zijn Goddelijke luister om weer vriendschap te sluiten met de mensen. Op dezelfde manier “ontledigen” de Engelen zich vrijwillig om onze innige vrienden te worden.
Maar het is niet alleen dat de Engelen zich verlagen tot ons niveau. Christus ontledigde zichzelf om ons te verheffen, om ons dichter bij Zichzelf te brengen. Hij verleende ons een waardigheid die ons door genade in staat stelt tot een bovennatuurlijke gelijkheid met de Engelen.
In deze zin meet de Engel in de Apocalyps de hemelse Stad (de Kerk) “met de maat van een mens, dat wil zeggen met de maat van een Engel” (Openb. 21,17), wat laat zien dat de maat, het symbool van genade, dezelfde is voor mens en Engel.