De verering van de Heilige Engelen
Er zijn vele redenen om de Heilige Engelen te vereren.
We gaan er eens een stel bijeen zetten.
Allereerst de bewonderenswaardige volmaaktheden van deze Gezegende Geesten.
De volmaaktheid van de Engelen is te vergelijken met een onmetelijke zee zonder kust of bodem. Alles wat wij over hen kunnen zeggen is niets, omdat hun grootheid boven het bereik van het menselijk denken ligt.
De aard van de Engelen bevat in zichzelf een wereld van volmaaktheden: maar als we daar de beschouwing van hun genade en heerlijkheid aan toevoegen, is het werkelijk bewonderenswaardig.
Hoe volmaakt de menselijke natuur ook moge worden, zij blijft, zoals het geloof leert, zeer inferieur aan de Engelennatuur.
Een zeker theoloog heeft beweerd, (hoewel het inderdaad niet de gangbare opvatting is) dat de minste der Engelen in heerlijkheid de grootste der Heiligen overtreft – en hij baseerde zijn mening op deze tekst van de Heilige Schrift: “Hij die de minste is in het koninkrijk van de hemel, is groter dan Johannes de Doper.”
De Engelen zijn geestelijke wezens, van onkreukbare aard, volkomen los van de materie, en geheel vrij van de ellende waaraan wij zijn blootgesteld.
Zij bezitten een wonderbaarlijke intelligentie; wat de grootste genieën niet hebben kunnen bevatten, wordt door hen volkomen begrepen.
Zij weten vele dingen in een en hetzelfde ogenblik, en zonder de minste moeilijkheid. Hun manier van begrijpen is niet zoals de onze; bij de eerste aanblik die zij van een ding hebben, kennen zij de hele inhoud en alle gevolgen ervan – vandaar dat zij bij uitnemendheid “Intelligenten” worden genoemd.
Om ons dit bewonderenswaardige vermogen van hen duidelijk te maken, zegt de Schrift dat zij bekleed zijn met brandend vuur. In de Apocalyps worden zij voorgesteld in de gewaden van de oude hogepriesters, om ons te doen begrijpen, dat aan deze heilige geesten de heiligste geheimen van de godsdienst worden geopenbaard, en wel als in wolken gehuld, omdat hun lichten te schitterend zijn voor ons zwakke gezichtsvermogen. De meest geleerde mensen zijn onwetend in vergelijking met deze zuivere intelligenties.