Een verbond met de Engelen
Misschien is het de meest dringende taak van een aangevochten generatie om de Engelen te smeken, om zich op de meest innige manier met hen te verenigen. God heeft de Engelen gezonden.
Maar is niet aan ons het ongehoorde overgelaten om het verbond van de Engelen met de aarde te sluiten, om onze nood over te geven aan hun hulpmacht?
Waar een mens in geloof schrijdt, zelfs midden in de dood, daar schrijdt ook een Engel; en waar een vervolgde in de duisternis vreest, ook op de meest onheilige plaats, daar is zijn Engel tegenwoordig.
Wij moeten het heel serieus nemen met de waarheid dat wij nooit alleen zijn; neen, wij moeten soms de aanwezigheid van een mens slechts opvatten als een teken dat een Engel aanwezig is.
De cirkel van licht van genade, van hemelse kracht, lost nooit op van de stappen van hen die vertrouwen. Een geheel nieuw vertrouwen in de aanwezigheid van de hemelse helpers zal misschien het woord brengen waar het nog niet eerder is gesproken en het bitterst nodig is; de held van het koninkrijk van GOD die de gevangenen verlost, de harten bevrijdt uit de duisternis die hen omringt: dat is misschien de vrome man die de zekerheid van de gemeenschap met de Engel die tot hem is gezonden, heeft verdiend en er voor heeft gebeden.