Heeft een leek het recht en de macht om de duivel te bevelen…?
Het gebed van bevel, gericht aan de duivel om een andere persoon, plaats of ding te verlaten, kan alleen door een priester worden gedaan. In dit verband vaardigde emeritus paus Benedictus XVI, toen hij prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer was, in 1985 een richtlijn uit aan alle bisschoppen.
De richtlijn stelde niet alleen dat “het niet geoorloofd is voor de christelijke gelovigen om de formule van exorcisme tegen Satan en zijn afvallige engelen te gebruiken”, maar ook dat “mensen die niet naar behoren gemachtigd zijn, geen gebedsbijeenkomsten mogen leiden waarin gebeden wordt om de uitdrijving van de duivel te verkrijgen, gebeden die zich rechtstreeks tot de demonen richten, of de wens uiten om de identiteit van de demonen te kennen”.
Niettemin legde hij verder uit dat “de formulering van deze normen de gelovigen er in geen geval van mag weerhouden om te bidden opdat zij, zoals Jezus ons heeft geleerd, bevrijd mogen worden van het kwaad (vgl. Mt 6,13).”
Wat meer is, benadrukte hij, “priesters… moeten van deze gelegenheid gebruik maken om te herinneren wat de Traditie van de Kerk leert met betrekking tot de juiste functie van de Sacramenten en de voorspraak van de Heilige Maagd Maria, van de Engelen en van de heiligen in de geestelijke strijd van christenen tegen de boze geesten”.
Leken hebben echter op grond van hun doopgenade het recht en de autoriteit om de duivel te bevelen zichzelf te verlaten. Toch moeten we altijd in gedachten houden dat de duivel een bovenmenselijke kracht en intelligentie heeft.
We zijn geen partij voor hem één op één met alleen de krachten van onze menselijke natuur tot onze beschikking. We zullen daarom gemakkelijk door hem verslagen worden als we hem alleen met onze eigen kracht proberen te bestrijden.
We doen er goed aan om hels vuur met hemels vuur te bestrijden!
Daarom moeten we Maria, Koningin der Engelen, Sint Michaël de Aartsengel en onze Heilige Engelbewaarder vragen om onze strijd met de duivel voor ons uit te vechten. Want zij hebben niet alleen duizenden jaren ervaring in geestelijke oorlogvoering, maar zij bezitten ook de krachtigste bovennatuurlijke geestelijke wapens die in de Hemel en op aarde beschikbaar zijn.