Verstand en wil

Verstand en wil

De Engelen kennen de toekomst in die mate als God het wil en het voor hen noodzakelijk is, om hun opgave goed te kunnen vervullen.

Samen met hun verstand schonk God hen een volmaakt vrije wil. Onze menselijke wil is zo veranderlijk. Wij hebben onze eigen wensen, hartstochten, begeertes, die ons parten spelen. Maar de wil van de Engel heeft daar geen last van.

Net als hun intelligentie, heeft ook hun wil geen rustpauze nodig; hij is constant en vrij.

Een Engel kan alleen handelen als hij zich volledig bewust is van zijn handelingen en deze onvoorwaardelijk en uit vrije wil wil uitvoert. Omdat Engelen altijd precies weten wat ze doen, zijn er geen verontschuldigingen voor vergissingen, omdat die alleen bewust en vrijwillig kunnen zijn.

Uit eerbied voor de vrijheid van Zijn schepselen wilde God hun verstand en wil toch zo scheppen, dat zij niet voor de mogelijkheid tot zondigen bewaard zouden blijven. Maar Hij schonk hen wel zo rijkelijk Zijn genade en Heiligheid, dat het voor hen vrijwel onmogelijk zou zijn om te zondigen.

Daarom was de zonde van de opstandige engelen onherroepelijk! Het was de vrucht van een willensakt, die precies afgewogen en overlegd was. Een monsterlijke, boosaardige wilsakt.

De volmaakte intelligentie en wil liet de gevallen engelen geen berouw voelen en daardoor waren ze veroordeeld om Gods barmhartigheid niet te kunnen ontvangen. Ze  w i l d e n  niet.

De opstandige engelen zouden hun natuurlijke intelligentie behouden.
Maar zij hadden dit Goddelijke geschenk door hun zonde onherroepelijk vervormd en vervalst.

Hoewel dit natuurlijk invloed had op hun intelligentie, is deze toch nog zo groot als voor hun zondeval en dus is deze eindeloos 
groter dan die van ons!

Maar toch is de intelligentie van de geringste van de trouw gebleven Engelen, die door God Zelf verlicht wordt, superieur aan die van de Satan, omdat deze alleen zijn eigen licht bezit.