Waarom Engelen?
Wij horen vaak de vraag van mensen: “Waarom Engelen? Kan God het niet zonder hen? Ik kan toch rechtstreeks God om hulp vragen? Of de Heilige Geest om verlichting bidden? Of Maria om haar voorspraak. Waarom ook nog een Engelbewaarder?”
Eigenlijk is het antwoord heel eenvoudig: omdat God het zo wil!
Je moet het je gewoon voorstellen als één grote familie! Alle mensen zijn kinderen van de ene Vader in de hemel. We zijn allemaal broeders en zusters van dit ene wereldwijde, grote gezin! We hebben één Vader, we hebben Maria als onze lieve Moeder; de heiligen in de hemel zijn als onze ooms en tantes! Die horen toch ook bij een grote familie; ze komen bijzonder met feestdagen en brengen cadeautjes mee. Dat doen de heiligen ook, ze verkrijgen voor ons speciale genaden, vooral op hun feestdagen.
En de Engelen? Die zijn onze grote broers! Het is toch heerlijk om te weten dat men een grote broer heeft, die altijd voor je op komt, waar je altijd op kunt rekenen. Wat mogen we ons toch geborgen weten in Gods liefde.
En toch blijven mensen vragen: hoe weet je dan of een gedachte van God komt of van de Engelen?
Een voorbeeld: Paus Johannes XXIII schreef de gelukkige gedachten, die hem zo in de loop van de dag invielen, graag toe aan een ingeving van zijn beschermengel.
Is dat nu gewoon een vrome overdrijving of alleen maar een manier van spreken?
Want de heilige verlangens, raadgevingen en goede werken komen toch van God zelf? Zo zegt het tenminste een gebed uit de H. Mis. Kortom: ofwel komen die ingevingen van God, of zij komen van de Engelbewaarder. Een van de twee.
Maar kunnen ze niet van beide komen?!
God is als het ware de bron en de Engel het kanaal. Tussen bron en kanaal is geen concurrentie maar samenwerking! En het is duidelijk dat de bron de voornaamste functie heeft en het kanaal alleen verder geeft wat uit de bron voortkomt!
God wil gewoon uit liefde, dat al Zijn schepselen, Engelen en mensen, meewerken aan Zijn heilsplan. Wij zijn één grote familie. Wij m o g e n meedoen! Hoe goed is onze God!