Worden Engelen boos?
Thomas van Aquino leert dat Engelen “niet treuren, noch om de zonden [door de mensen] noch om de pijn die de mensen [door God] wordt aangedaan”.
Thomas komt tot deze conclusie omdat hij redeneert dat de Engelen alleen willen wat God direct wil of laat gebeuren. Daarom, omdat de zonden van mensen worden toegestaan door Gods toegeeflijke wil, worden de vrede en het geluk van de Engelen er niet door verstoord. Thomas spreekt aldus, om het idee tegen te gaan dat het essentiële geluk van de heiligen en Engelen in de hemel door de zonden op aarde zou kunnen worden verminderd.
Tegelijkertijd delen de Engelen in de barmhartige liefde van God voor de hele mensheid, en vooral voor de persoon aan wie God hen heeft toevertrouwd om als Beschermende Engel te handelen.
Bovendien hebben de Engelen, omdat zij geestelijke personen zijn, die geen lichaam bezitten, geen emoties, zoals de mensen. Toch kunnen we er zeker van uitgaan dat de Engelen niet onverschillig staan tegenover onze daden. Daarom kunnen ze alleen maar blij zijn met onze goede daden en op de een of andere manier bedroefd over onze zonden. Want zoals Jezus zelf in het evangelie aan ons openbaart, “verheugen zich de Engelen van God over één zondaar die zich bekeert” (vgl. Lc. 15, 10).