Zalig de armen van geest…
Jezus legt de basis voor alle innerlijke groei in de eerste zaligspreking: “Zalig de armen van geest…” (Mt 5,3). Hij geeft daarmee het eerste en belangrijkste voor de mens aan: zich leeg (arm) te maken voor God, opdat God voor de mens zijn een en alles is.
Elders zegt Jezus: “Zoek eerst het Koninkrijk van God…” (Mt 6,33). “Verkoop alles wat je hebt en geef het aan de armen, kom dan, volg Mij” (Lc 18,22). Deze oproep tot armoede is niet alleen de radicale oproep van gewijde religieuzen. Elke christen moet de armoede leven, want hoe kun je God ontvangen in heel je wezen, als je het al gevuld hebt met verlangens en gehechtheden en zorgen?
Je moet alles opgeven en als niets beschouwen als je God wilt bezitten en zien. Maar bovenal moet je jezelf overgeven.
De Heilige Engelen gaven al tijdens hun beproeving alles op omwille van God. Onder leiding van de heilige MichaĆ«l verloochenden zij zichzelf en hun eigen wil en riepen in de duisternis van het blinde geloof: “Wie is als God?!”
De gevallen engelen daarentegen weigerden zich over te geven aan God en Zijn scheppingsplan en zeiden: “Ik wil niet dienen!” (vgl. Jer 2,20) en werden daarom demonen. En zoals de demonen onmiddellijk na de beproeving uit de hemel werden geworpen, zo ontvingen de trouwe Engelen onmiddellijk hun beloning, de zalige aanschouwing van God.
En dit is de eerste zaligheid van de Engelen: God zien!
De heilige Engelen behouden altijd deze aanschouwing van God, zelfs als ze dienen als Engelbewaarders. Onze Heer vertelt ons dit als hij over de kleine kinderen spreekt: “Hun Engelen zien voortdurend het aangezicht van Mijn Vader in de hemel” (Mt 18,10).
Vanwege hun heldere visie en de overwinning die ze in de beproeving hebben behaald door trouw en onthechting van hun eigen wil, worden de Engelen als gidsen gegeven aan de mens die nog steeds in de duisternis van het geloof reist.
- Ze leren ons onthechting van onszelf, om het SOLI DEO te leven, dat wil zeggen, voor GOD alleen!
- Ze leren ons onze wil te buigen om de wil van God te dienen.
En zo zullen we reeds hier op aarde de zaligheid van nederigheid en armoede van geest ervaren. Want de vrucht daarvan is vrede van hart, vreugde in het dienen van God en wijsheid.