De geringste
Als een Heilige Engel geroepen wordt om Engelbewaarder te zijn, dan geeft Jezus hem een woord
mee voor onderweg. Een woord, dat hem als een licht voor onderweg moet schijnen, wat hem als een brood kracht moet geven. De H. Engel neemt dit woord heel serieus. Hij draagt het als een kostbare schat in zijn hart.
Jezus zegt tot hem: “Al wat je gedaan hebt voor een van deze geringsten van mijn broeders heb je voor Mij gedaan”.
Deze geringste, dat is de arme kleine mens, die hem wordt toevertrouwd als zijn beschermeling! In het begin is deze beschermeling een klein kind, dat nog niet eens kan spreken, zo klein en gering.
Deze geringste is echter ook, en zelfs nog meer, de mens, die later als hij ouder wordt, vaak niet meer de wegen van God gaat, die meer van de wereld houdt dan van God, die zich in de zonde verstrikt en er niet meer uit komt.
En in deze arme, geringe mens, en ieder van ons is zo een arme mens, wacht Christus Zelf op de liefde van zijn Engel.
Zo is de dienst van de Engelbewaarder niet alleen maar een dienst aan de mens, maar dienst aan God, Godsdienst; niet alleen maar liefde tot de mens, maar werkelijk liefde tot Christus.