De doornenkroon (1)
De doornenkroning is de eerste doorboring van het Lichaam van de Heer.
“Ook vlochten ze een kroon van doorntakken, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in de rechterhand. Dan vielen ze voor Hem op de knieën en bespotten Hem met de woorden: “Gegroet, Koning der Joden!” Ze bespuwden Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op het hoofd”. Mt 27,29-30
Deze marteling was bijzonder voor Jezus bedacht. De belangrijkste aanklacht die men bij de landvoogd Pilatus indiende was immers dat Jezus een rebel was, het gezag van de Romeinen verwierp, het volk ophitste en zich voor koning uitgaf.
Maar Jezus’Rijk is niet van deze wereld. Toch zal aan het kruis deze aanklacht de reden als reden van het vonnis te lezen zijn: INRI “Jezus van Nazareth, Koning der Joden”.
De soldaten drijven de spot met Jezus, maken van Hem een spotkoning en hebben krachtens een duivelse ingeving meteen ook de koninklijke waardigheidstekenen bij de hand, mantel, kroon en scepter: de purperen soldatenmantel, de doornenkroon en de rietstok. Daarmee ensceneren ze de komedie van hun koningshuldiging, maar alles in schijn…
Behalve de wreedheid, de vernedering en de brandende pijnscheuten in het heilig Hoofd, vooral wanneer de lange, spitse doornen met de rietstok in het zo gevoelige hoofd gedreven worden… O Hoofd vol bloed en wonden, zo smartelijk gekroond!