De kruisiging (2)
De kruisiging is de tweede doorboring van de Heer.
Alle vier Evangelisten beperken zich tot de nuchtere mededeling, dat na aankomst op golgotha “zij Hem kruisigden”.
Handen en voeten worden doorboord: de handen met elk een nagel, de voeten – zoals de christelijke kunst het doorgaans ziet – op elkaar gelegd met één nagel.
De doornen waren in het hoofd gedreven, hadden zich daarin vastgezet met alle daarmee voor de Heer verbonden ontzettende pijnen, konden daarin echter niet zo diep doordringen als de nagels in handen en voeten die geheel doorboord werden..
Letterlijk vastgeklonken aan het kruishout wordt Jezus formeel één met de Wil van de Vader, die, zoals ook vaak in ons leven, de vorm van het kruis aangenomen had.
De kwaal der kruisiging wordt gevoeld in alle vier ledematen: de Heer hangt aan Zijn wonden en strekt Zijn handen naar allen uit. Aller last heeft Hij op Zich genomen:
“Komt allen tot Mij die belast en beladen zijt, en IK zal u verkwikken!”