Het derde woord
Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: “Vrouw, zie daar uw zoon.” Vervolgens zei Hij tot de leerling: “Zie daar uw moeder.” Joh 19,26-27
Zijn lichaam is vervuld van folterende pijnen en doodsangst, zijn ziel worstelt met het gewicht van alle zonden en verdriet van de mensheid, maar Jezus denkt nog steeds aan zijn moeder. Hij zorgt voor haar toekomst niet met een erfenis, want hij had geen persoonlijke bezittingen, maar door haar toe te vertrouwen aan de zorg van een vertrouwde vriend.
Na alle bewijzen die al zijn gegeven:
het vergieten van tranen, genegenheid voor kinderen, acht slaan op de armen, de zieken en kreupelen, sympathie voor een weduwe die haar enige zoon heeft verloren, geeft Jezus een bewijs te meer van zijn liefde, meer ontroerend dan wat dan ook.
Hij geeft zijn geliefde moeder aan zijn leerling en zo aan de hele mensheid.
Onder het kruis wordt de Heilige Maagd Maria de Moeder van de Kerk.
Jezus, die zijn leven geeft voor onze verlossing herinnert zich de Vrouw die Hem had gebaard, Hem had verzorgd, Hem had geleerd, Zijn leven had gedeeld, als geen ander.
Het grote hart dat nu moeizaam werkte in de stress van de bijna-dood, die de hele mensheid liefhad, maar toch het meest tedere plekje voor Maria, zijn moeder had.
Laten we dan bidden voor vrede in de gezinnen, je eigen en anderen; bidden om meer moeders die deze naam waard zijn.