Het zevende woord
Toen riep Jezus met luider stem: ‘Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest.’
Nadat Hij dit gezegd had, gaf Hij de geest. Lk 23,46
De symfonie van het leven is voorbij. Van het eerste zuigeling huilen in de armoede van de stal in Bethlehem tot het laatste geluid van de gebroken, naakte armoede van het kruis.
Aan het begin zijn het de achtergrondnoten van het lied der Engelen die vrede verkondigen, en het verzuim van de mensheid die zijn Verlosser niet heeft herkend. Op het eind laat de achtergrond weer contrast zien: de schrille klanken van beledigingen, spottende haat, en het koor van Engelen, dat niet op aarde wordt gehoord, die de verlossing van de mens aankondigt.
De laatste noot van Jezus zelf is er een van tevredenheid. De aardbevingen, het voorhangsel van de tempel scheurt uiteen, er is geschreeuw rondom Hem, maar voor Jezus is het geweld voorbij. Zijn ziel is in vrede.
De laatste toon van de levenssymfonie is aangenaam en sterk.
Dit is de enige wijze hoe Christus als God-mens had kunnen sterven, door te laten zien dat hij de uiteindelijke overwinnaar was, dat hij in volmaakte harmonie met zijn Vader was.
Na deze woorden boog Hij zijn hoofd en gaf zijn Geest.
Op een dag moet ieder van ons sterven. Lichaam en ziel zullen zich scheiden. De ziel zal naar Christus gaan voor het oordeel. Als we in de schaduw leven van het kruis van Christus zullen we in staat zijn om onze geest uiteindelijk met vreugde en vertrouwen in Zijn handen te leggen.
Laten we bidden voor ons eigen sterfuur.