Maria, Moeder en voorbeeld
Maria is de bevoorrechte, de onbevlekte, “vol van genade”; toch was zij de eerste die haar Zoon volgde op zijn kruisweg. Omdat zij Jezus meer liefhad dan wie ook, werd haar hart zevenmaal doorboord met het zwaard van verdriet – je zou kunnen zeggen: zeventig maal zeven maal.
Haar lijden begon al veel eerder. Drie dagen lang zocht zij met smart naar haar verloren Kind. En toen zij Jezus vergezelde in Zijn openbare leven met de andere vrouwen, Hem dienend in alles wat Hij en zijn apostelen nodig hadden, hoe vaak zag zij niet hoe de menigte stenen oppakte of Hem van een klif probeerde te gooien.
Hoe vaak ging Hij ’s nachts weg en vroeg zij zich af of Zijn “uur” gekomen was en of zij Hem ooit weer zou zien. Al deze kleinere beproevingen bereidden Maria voor op de grote beproeving van de Heilige Kruisweg. Reeds de nacht tevoren, tijdens Zijn doodsangst in de hof van Olijven, voelde Maria haar hulpeloosheid en onvermogen om Haar Zoon te troosten in Zijn uur van beproeving.
Hoe graag had zij bij Hem willen zijn, maar zij was niet geroepen.