Waarom een Toewijding?
God heeft in zijn goedheid aan een ieder van ons een persoonlijke Engelbewaarder toegewezen. Zijn dienst strekt zich uit over heel ons leven, natuurlijk en bovennatuurlijk. In ons natuurlijke leven kan men veel goede dingen doen met of zonder de hulp van de Heilige Engelen. Maar op het bovennatuurlijke vlak zegt onze Heer: “Zonder Mij kun je niets doen!”
Wij zijn niet in staat om enig verdienstelijk werk voor de eeuwigheid te verrichten en om vooruitgang te maken in het goede, zonder de hulp van Gods genade. Maar deze hulp van de Goddelijke genade, leert de H. Thomas, komt tot ons door bemiddeling van de Engelen!
De Engel heeft van God een opdracht gekregen om ons te beschermen, te troosten, te verlichten, te sterken, voor ons te bidden enz. Deze dienst verricht de Engel aan ons, met of zonder onze toewijding. Als dus deze bijstand van de Engelen in al onze goede werken wereldwijd gebeurt, waarom heeft de Kerk het dan goedgekeurd en stemt ermee in dat een Toewijding tot de Engelbewaarder nodig is?
Wat is het wat een Toewijding aan MEER met zich meebrengt?
Dit MEER betekent een bijzondere verplichting voor een bijzondere ijver en inzet. Het is een verlangen en een belofte om de Engelbewaarder lief te hebben, te eren en met hem samen te willen werken, meer dan alleen maar een plicht vervullen. Degene die deze Toewijding willen afleggen, moeten er dus naar streven naar een grotere liefde, een grotere eer, een grotere dienst en grotere medewerking.
Ze moeten gemotiveerd zijn door een bijzonder verlangen om te groeien in de theologische deugden van geloof, hoop en liefde, om meer met God verenigd te worden.
En omdat de opdracht van de Engelbewaarder aan ons op de eerste plaats inhoudt dat hij ons helpt bij onze persoonlijke heiligwording op de weg van onze roeping, volgt hieruit dat wij meer bereid zijn om aan onze heiliging te werken.
De sleutel voor deze Toewijding om vruchtbaar te worden in ons geestelijk leven is de medewerking!