Verheffing
“Farao zei tot Jozef: Aangezien God u al die dingen heeft bekend gemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u. U zult dus de leiding over mijn huis krijgen en aan uw bevel zal heel mijn volk zich onderwerpen; alleen door mijn koningstroon zal ik uw meerdere zijn”. (Gen 41,39-40)
Deze woorden heeft de Kerk overgenomen in de litanie van St. Jozef als afsluiting:
“God heeft hem aangesteld tot heer over zijn huis; en tot beheerder van al zijn bezittingen.”
St. Jozefslitanie
In zijn aardse leven had de hemelse Vader hem aangesteld tot heer over zijn huis: St. Jozef was het hoofd van de H. Familie!
Aan hem was de opvoeding van Jezus toevertrouwd. De vorming van het karakter van het Goddelijk Kind was zijn opgave. Wat een wijsheid, wat een volmaakte behoedzaamheid moet hij bezeten hebben, die God beschouwde als de geschikte voogd voor het Eeuwige Woord.
Onze Heer gehoorzaamde Jozef met de meest volmaakte, onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Hij, als Mens, was Sint Jozef’s natuurlijke meerdere; Hij, in Zijn heilige Mensheid, had gezag over de gehele schepping. En toch verhief Hij, de Heer van allen, Jozef tot Heer over Hem. Dit verheft nog meer de positie van Jozef, die zijn gezag over Jezus ontleende aan de keuze die de hemelse Vader zelf voor hem maakte.
Maar ook Maria, de allerreinste, werd aan zijn zorgen toevertrouwd. Jezus en Maria: het kostbaarste wat God Vader op aarde bezat, stelde Hij onder de zorg van St. Jozef!
Jozef had op aarde het voorrecht, dat alle andere Heiligen is voorbehouden voor het eeuwige Paradijs, om voortdurend in gezelschap te zijn van zijn God, om de Heilige Mensheid van het Mensgeworden Woord te beschouwen, om van Hem woorden van liefde en dankbaarheid te horen.
Hij had de positie van vader van Jezus, en God delegeerde aan Hem de plichten, de rechten, de voorrechten van een vader, en daarom wordt Hij waarlijk de vader van Jezus genoemd!