Het offer van Christus in de Heiligste Eucharistie

De Eucharistie is niet alleen de aanwezigheid van Christus, de grote verkondiger van het Evangelie, of degene die de zieken genas. Hij stelde het Heilig Sacrament in met het oog op de toekomst, met het oog op Zijn laatste dag, de dag van Zijn offer aan het kruis, dat Hij ons wilde nalaten: “Dit is Mijn lichaam, voor u gegeven.” Daarom hebben we het offer van Christus in ons midden, de Heer als verzoenend offer voor onze zonden.

De Eucharistie is het gedenkteken van Zijn lijden. En dit is niet slechts een eenvoudige herinnering, het is een tegenwoordigstelling.

In elke Heilige Mis vernieuwt de Heer zijn offer- en overgave en laat Hij ons eraan deelnemen. Hij laat het niet alleen aan ons over, Hij wil ook dat wij deelnemen, want het was voor ons dat Hij Zichzelf gaf.

Dit heeft twee belangrijke gevolgen voor ons. Jezus heeft zichzelf gegeven, d.w.z. Hij is zelf het offer. Door ons te laten deelnemen aan Zijn overgave, kunnen wij Hem aanbieden aan de Vader en de genaden van deze gave ontvangen: de vergeving van onze zonden, de hulp in onze noden.

Maar we moeten ook onszelf verenigen met Zijn offer en Zijn gebaar van overgave navolgen. Want we kunnen op twee manieren aan Hem deelnemen: we kunnen deelnemen als toeschouwers van een tv-film. In dat geval zullen we al snel teleurgesteld zijn, want het is altijd dezelfde film. Dezelfde handelingen vinden altijd plaats met weinig variaties. Misschien doet de ene priester er 5 minuten langer over en viert de andere sneller.

De andere manier is echt een “deelname”, niet als toeschouwer, maar als actieve deelnemer aan dit mysterie dat voor ons wordt waargemaakt. Jezelf op de pateen leggen, zoals de hostie daar ligt, en je op de een of andere manier laten omvormen door de woorden van de Consecratie.

Het verschil tussen deze twee soorten van deelname is enorm. Het is vergelijkbaar met wanneer iemand ziek wordt of erover hoort. Of zoals deelnemen aan een voetbalwedstrijd of ernaar kijken op tv. Zelf het spel spelen kost kracht, maar er is ook de vreugde van het spelen en winnen. Jezus wil geen toeschouwers bij Zijn offer, zoals de mensen die Hem bespotten tijdens Zijn pijnlijke uren aan het kruis.